Hulp in barre tijden

Het doorbreken van een dijk was een ontwrichtende gebeurtenis voor een dorp. Vaak werden complete oogsten vernietigd en liepen de huizen onder water. Het was dan zaak voor de autoriteiten om zich hierop voor te bereiden en daarna de noodzakelijke hulp te organiseren.

Schuiten
Zo was bijvoorbeeld bij de watersnood van 1809 gebleken dat er in veel dorpen veel te weinig schuiten en aken voorhanden waren. Bij koninklijk decreet van 22 maart 1809 werd daarom vastgesteld dat in alle gemeenten waar overstromingsgevaar was, tenminste 4 schuiten aanwezig moesten zijn; 2 om mensen en 2 om vee te redden. Daarnaast moesten er twee schietschouwen zijn. Vaartuigen die zowel op water als op ijs gebruikt konden worden.

Voedsel
Na een dijkdoorbraak kwam er vaak snel hulp op gang vanuit de steden. Vooral voor de allerarmsten, van wie ook nog de huizen het meest kwetsbaar waren. in 1784 was er een grote doorbraak die onder andere de kolk aan de Herwensedijk heeft veroorzaakt. Op ‘t Gelders Eiland liet het College tot Beneficiering van Neder-Rijn en IJssel voedsel uitdelen. Dat kon bestaan uit witbrood, roggebrood, kaas en olie. Maar bijvoorbeeld ook lampkatoen, pijpen, tabak, koffie etc. In datzelfde 1784 werd bijvoorbeeld een plaatselijke hulpactie georganiseerd die uitgroeide tot de eerste nationale inzameling in de Nederlandse geschiedenis. Er kwam soms meer dan 10.000 gulden per dag binnen. De staat, predikanten en burgers probeerden elkaar soms de loef af te steken in wie de meeste hulp had verleend.

Rantsoenen
In latere tijden werd vaak precies vastgelegd op welk rantsoen slachtoffers recht hadden. Tijdens de watersnoodramp van 1814 werd uit de magazijnen van de Pruisische en Russische troepen het volgende ter beschikking gesteld: ‘per persoon 1 pond brood, 2 pond vlees, 6 lood rijst of gort, 2 pond aardappels en 1/8ste fles jenever. Kinderen onder 14 jaar kregen de helft en geen jenever’. Het ging niet altijd goed met die rantsoenen. In Pannerden in 1809 is zelfs maar 1380 pond van de 2000 pond die vanuit Doornenburg gestuurd is, aangekomen. De rest was gejat. Een beloning van 3 gulden voor diegenen die de namen van de dieven zou noemen, leverde niks op.

Schadevergoedingen
De tijd na de overstroming was vaak het zwaarst. Veel vee was dood en er heerste ziekten. Voor het verloren vee waren er schadevergoedingen: een koe F 50,- een paard F 40,- en een varken F 10,-. En voor een schaap werd 3 gulden schadeloos gesteld.

Biersoep
Vanuit Kleef kwamen verordeningen om de huizen goed schoon te maken en ze uit te roken met dennen-, sparren- of jeneverbestakken met wierook en rookpoeder. Men drong erop aan vooral warme kleding te dragen en zich te onthouden van thee en koffie. Beter was het ’s ochtends een goede biersoep of een boterham met een slok brandewijn te nemen.

Aan dit project hebben velen  op 't Gelders Eiland meegewerkt en een bijdrage geleverd.

Het project is mede tot stand gekomen dankzij financiering van ‘het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland’ in het kader van Leader. Het ministerie van EL&I is eindverantwoordelijk voor POP2 in Nederland.

Sample clients
Sample clients
Sample clients
Sample clients
Sample clients
Sample clients
 
Terug naar boven