In de schoolbanken

Van oudsher was het onderwijs in handen van de katholieke kerk. Met de van bovenaf opgelegde Reformatie werd dat een zaak van de gereformeerden. Tijdens de najaarsvergadering van de Classis te Nijmegen werd op 6 september 1609 de bepaling 'Costers sullen mede Schoolmeesters sijn en sich daartoe qualificeren' afgekondigd. De school was destijds ook in de kosterij gevestigd en werd in feite gezien als een algemeen dorpsbelang, ook al behoorde de school door de politieke situatie van die tijd aan de gereformeerde kerk.

Toen kerk en school van het ‘oude’ Herwen in het wassende water waren verdwenen, was het dorp voor die voorzieningen aangewezen op Aerdt. In 1788 richtte de kerkenraad zich tot de Ambtman van Overbetuwe om medewerking te verlenen tot de bouw van een eigen school. Er werd een tekening en bestek gemaakt en materialen aangekocht. Als plaats voor de nieuwe school diende een perceel grond aan de Molenstraat op de Pas gelegen en de Kerkemorgen of het Polleke geheten. Nadat de kandidaat-onderwijzer voor Herwen in 1790 in Aerdt was benoemd, oordeelde het Ambt van Overbetuwe dat het geld voor de nieuw te bouwen school voordeliger belegd kon worden dan te gebruiken 'tot het timmeren van een woning, die voor geen Schoolmeester zoude behoeven te dienen'. De reeds aangevoerde materialen kon men met weinig schade wel weer kwijt. Intussen functioneerde in Aerdt als koster en schoolmeester Evert Scholten, voorheen werkzaam geweest in Lobith. In het laatst van januari 1799 beliep het aantal in de Aerdtse school een totaal van 86 kinderen (waaronder 15 uit Herwen). Andere Herwense kinderen gingen in Lobith of in Elten naar school.

Al in 1795 probeerden de inwoners van Herwen een school in hun dorp te krijgen. Drijvende kracht was de katholieke familie Van Hugenpoth, evenwel zonder resultaat, net zoals een rekest aan de koning in 1822. Maar Van Hugenpoth bleef zich voor de zaak inzetten. Toen dan ook in Aerdt een nieuwe school moest komen en de kerkenraad van de Hervormde Gemeente in 1838 feitelijk al toestemming had die op het kerkhof te Aerdt te zetten, ging het toch een andere kant op. Een commissie van Gedeputeerden was ter plaatse geweest om te zien waar de school moest komen en de uitkomst was, dat Gedeputeerde Staten besloten 'dat die gebouwd moest worden op een punt, zo veel mogelijk even ver verwijderd van de uiterste grenzen van Herwen en Aerdt'. Gerekend vanaf de landsgrens op de Ossenwaard tot aan de grens met Pannerden kwam men midden in het dorp Herwen uit. Het plan voor de school werd door Gedeputeerde Staten op 11 december 1841 goedgekeurd en vervolgens verkocht Alexander W.J.J. baron van Hugenpoth tot Aerdt op 26 februari 1842 voor 300 gulden aan de Gemeente Herwen en Aerdt een stuk grond aan de Rijndijk 'bestemd tot den opbouw van een nieuwe school en onderwijzerswoning'. De benoemde onderwijzer Bernardus Anthonius Erhatz begon op 18 januari 1844 in Herwen met zijn lessen.

Na de financiële gelijkstelling van het openbaar en het bijzonder onderwijs werden alom de schoolgebouwen overgenomen door de besturen van de kerkgenootschappen. Van de congregatie van 'Arme Dienstmaagden van Jezus Christus' uit Dernbach in Duitsland kwamen zes zusters, voor wie aan de Keurbeek een klooster was gebouwd. Op 31 oktober 1911 werd de aanpalende meisjesschool in gebruik genomen met 69 leerlingen op de lagere school, 9 leerlingen op de naaischool en nog 32 kleuters. De activiteiten in de kleuterklas (ofwel de bewaarschool, zoals het toen werd genoemd) bestonden destijds uit bidden, zingen en knutselen. Na de overname in 1925 door het R.K. kerkbestuur van Herwen en Aerdt werd de school St. Jozefschool genoemd. Met de samenvoeging van de twee lagere scholen in 1937 betrok de kleuterschool een deel van het St. Antoniusgebouw, eerder het onderkomen van de Sint Vincentiusvereniging en in 1918 door het kerkbestuur overgenomen voor verenigingsdoeleinden. De oude jongensschool aan de Polderdijk werd ingericht als parochiehuis. Dat werd voor vele doeleinden gebruikt, onder meer voor de schoolgymnastiek, toneel- en filmvoorstellingen, bibliotheek, repetities en vergaderingen. Daarom was er ook een drankvergunning Verlof A voor het gebouw verleend. Boven de vroegere klasdeuren hingen, in glazen kasten, mooie vaandels. Na het gereedkomen van ‘De Cluse’ raakte het gebouw buiten gebruik en werd in 1973 gesloopt.

Doordat én de katholieke jongensschool én de meisjesschool afzonderlijk met elk drie leerkrachten te klein dreigden te worden, besloot het kerkbestuur in 1936 beide samen te voegen tot één school aan de Keurbeek met zo'n 175 leerlingen. De naam St. Jozef bleef gehandhaafd. Met de invoering van de wet op het basisonderwijs in 1985 ontstond in Herwen door samenvoeging van de lagere school en de kleuterschool de R.K. Basisschool De Berkhaag. Op het adres Carvium 1 kwam een nieuw onderkomen en de school functioneert onder auspiciën van de Stichting Katholiek Onderwijs 't Gelders Eiland.

Tegenwoordig kent heeft dorp op ‘t Gelders Eiland zijn eigen basisschool. Naast R.K. Basisschool De Berkhaag in Herwen zijn dat: De Overlaat in Tolkamer, OBS de Driehoek in Aerdt en de RK Basisscholen De Tragellijn in Lobith, St. Willibrordus in Spijk en ‘t Scathe in Pannerden.


Bronnen: De Waordsman no.3 2005 Heemkundekring Rijnwaarden ‘Vierhonderd jaar onderwijs in Herwen’, door Frans Staring en Jo Notten

Aan dit project hebben velen  op 't Gelders Eiland meegewerkt en een bijdrage geleverd.

Het project is mede tot stand gekomen dankzij financiering van ‘het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland’ in het kader van Leader. Het ministerie van EL&I is eindverantwoordelijk voor POP2 in Nederland.

Sample clients
Sample clients
Sample clients
Sample clients
Sample clients
Sample clients
 
Terug naar boven