Wonen 'op' Lobith
17e eeuw
Rondom Lobith/Tokamer | Hoeder van de Republiek
Bekijk de extra informatie over dit onderwerp
Zo’n 400 jaar geleden zag het er hier heel anders uit. De Rijn liep niet voor Lobith en Tolkamer langs maar aan de achterkant van wat nu Lobith is. Als je toen door het Schipperspoortje liep, kwam je in de haven van Lobith waar tientallen zeilschepen lagen te wachten.
Ze kwamen tol betalen in het tolhuis, boodschappen doen en een biertje drinken. En als ze klaar waren voeren ze verder over wat nu de Oude Rijn is, via Babberich en Oud Zevenaar naar het westen. In 1635 Werd het nabijgelegen Schenkenschans, toen nog via een dijk bereikbaar, bezet door de Spanjaarden. Dit zou het begin zijn van een enorme verandering. Stadhouder Frederik Hendrik van Oranje wilde Schenkenschans perse terug veroveren. Hij stuurde een leger van duizenden soldaten en hun eerste taak was een vesting van Lobith te maken. In een paar maanden werden wallen aangelegd, wachttorens gebouwd en andere versterkingen aangebracht. De lokale bevolking werd hierbij ook ingezet, inclusief vrouwen en kinderen. Misschien onder dwang of misschien in ruil voor wat geld of eten. Na negen maanden bittere strijd, het commando was inmiddels in handen van graaf Willem van Nassau, was Schenkenschans terug veroverd en de Republiek gered. In Arnhem bulderden de kanonnen van vreugde. In Lobith waren ze vooral blij met de enorme vesting die was aangelegd door de soldaten. Zij konden daar prima mee uit de voeten om een dorp te bouwen en dat is nog steeds te zien in het stratenboek van nu. En nog steeds zegt een inwoner van Lobith: ik woon op Lobith.