De 12 Apostelen

Voor het Rijnstrangengebied was de baksteenindustrie van onschatbare waarde. Veel bewoners verdienden hun brood op de steenoven. In de tijd dat bijna alles nog handmatig moest, werd het geld zuur verdiend. Zo schepte een kleikruier per dag 42 ton grond in een kruiwagen. Om die daarna over een sterk hellende plank naar de bovenkant van de pers te sjouwen. Loodzwaar was ook het stoken van veldovens en het in- en uitkruien van stenen.

Ook vrouwen moesten zich aftobben. Bukkend, beurend, lopend en heffend, moesten ze gedroogde stenen - ieder 18 kilo zwaar - van de baan naar het tasveld dragen, zeven tot tien uren per dag. Zwangere vrouwen bleven in de running tot ze niet meer konden. Veertien dagen na de bevalling waren ze weer aan het pezen. Ook kinderen, vooral jongens, werkten op de steenoven, vooral om bij het stenen vormen te helpen. En om stenen met paard-en-wagen te vervoeren. Kinderen betaalden een hoge tol voor de lange werkdagen. Spelen was er niet bij. En het ontbrak aan voeding, onderwijs en nachtrust.

Veel ellende kwam voort uit de wanhopige noodzaak om de steencampagne optimaal te benutten als bron van inkomsten. Werken op de steenoven was seizoenarbeid, van april tot september. En dan nog alleen op dagen met goed weer, als er stenen konden worden gedroogd en er klei kon worden gewonnen. Er werd alleen stuksloon uitbetaald. Dit alles maakte dat in het seizoen het hele gezin de handen moest laten wapperen. Op den duur brachten mechanisering, sociale organisatie en arbeidswetgeving betere werkomstandigheden mee.

Mettertijd kwamen bij de steenfabrieken arbeiderswoningen. Eerst waren het primitieve onderkomens, op het oventerrein of in haaghutten en vaak geïmproviseerd met latten en rietmatten. Later waren het bouwsels van hout of steen, soms met strodak. De arbeiders woonden met kroostrijke gezinnen in kleine, vochtige ruimten gespeend van waterpomp en toilet, broeinesten van ziekten. Pas na de invoering van de woningwet (1901) kwam er verbetering. Intussen ontstonden wijd en zijd arbeidersbuurten. Buurten met bloemrijke namen, nogal eens getuigend van galgenhumor. Van Beneden-Spijk naar Boven-Spijk bestonden de buurten: de Knikkerij, de Vier Evangelisten, de Stenen Tafelen, de Tien Geboden, de Twaalf Apostelen, de Vliegenwaard, de Bijenwaard, de Planken Keet, de Blauwe Hoek, het Kattegat, het Fort en de Onrust.

Nog steeds te zien vanaf punt 2 aan deze wandeling zijn De Twaalf Apostelen, zes voormalige dubbele arbeiderswoningen die rond 1905 gebouwd zijn. De schuurtjes en andere bijgebouwtjes zijn door de bewoners in de loop van de jaren gebouwd van misbaksels en restanten van de steenfabriek waar ze werkten.


Bron: 'Sleutel van het verleden, sleutel tot de toekomst’ F. van Hemmen, M. Tilstra en J.R. Mulder

Aan dit project hebben velen  op 't Gelders Eiland meegewerkt en een bijdrage geleverd.

Het project is mede tot stand gekomen dankzij financiering van ‘het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland’ in het kader van Leader. Het ministerie van EL&I is eindverantwoordelijk voor POP2 in Nederland.

Sample clients
Sample clients
Sample clients
Sample clients
Sample clients
Sample clients
 
Terug naar boven